Vanaf ongeveer 1400 kwam er in Utrecht steeds meer aandacht voor weduwen, wezen en de armen. Rijke geldschieters gaven hun nalatenschap als gift om weeshuizen, hofjes of kameren te stichten. Arme, veelal oude en ziekelijke mensen van onbesproken gedrag mochten gratis in deze kameren wonen. Was dit een daad van barmhartigheid of speelden opportunisme en de neiging tot opvoeding en paternalisme een rol? Deze stadswandeling door Utrecht brengt u langs de hofjes en kameren waar de sociaal zwakkeren woonden en werpt licht op zowel de bewoners als de financiers van deze huizen. Doldwaze figuren, alcoholisten, landlopers en bemoeizuchtige dames passeren de revu. De wandeling wordt in een breed historisch kader geplaatst.